Kinderen leren niet alleen door het opnemen van kennis, maar door tal van situaties.
Ken Robinson zei het al bij het inspiratie onderdeel ‘Ontdek je kracht!’ (‘Finding your element’) dat educatie niet het enige is in het leven wat belangrijk is.
Thuis, op school, op straat, bij vriendjes of vriendinnetjes thuis, op de sportclub etc. zijn evengoed oefenplaatsen. Kinderen leren met name door voorbeeldgedrag van hun ouders, familieleden, buren, leerkrachtenen, coaches, oudere broers of zussen, etc. Daarbij leren ze vaak door vallen en opstaan wat de grenzen zijn van het op een goede manier omgaan met elkaar.
Regels helpen daarbij. Op school en in de klas zijn er vaak regels opgesteld om je aan te houden. Op de sportclub en op het veld zijn allerlei regels afgesproken om te zorgen dat het beheersbaar en leuk blijft. Daar kun je je vervolgens aan houden, of…. je probeert ze uit. Dat is per kind verschillend.
Dit ‘grensoverschrijdend gedrag’ hoort bij het volwassen worden. Soms kan het door de vingers worden gezien. Soms volgen er sancties. Soms volgt er huisarrest of een extra taak. Soms volgt een schorsing of een time-out. En op het sportveld kan het leiden tot een gele kaart of een penalty.
Al deze zaken – dit grensoverschrijdend gedrag – zijn dus eigenlijk een normaal verschijnsel.
Tijdens mijn werk als intern begeleider op een basisschool viel mij op dat heel snel over ‘pesten’ of ‘pestgedrag’ werd gesproken bij incidenten terwijl het -bij nader onderzoek- veeleer over grensoverschrijdend gedrag ging. In gesprekken met ouders en ook met leerlingen heb ik steeds gepleit voor het onderscheiden van incidenten, gebruikmakend van meerdere categorieën. Hieronder worden ze uiteengezet.
Ruzie maken wordt door kinderen nog wel eens benoemd als pesten. Hoewel een ruzie geen pesten is, kan een niet goed opgeloste ruzie soms wel tot pesten leiden.
Een ruzie is een conflict over een bepaalde zaak. Bijv. over spelregels bij het knikkeren, of over het feit of er nu wel of niet voor het “echie” wordt gespeeld. Als een ruzie uitgepraat is kunnen de voormalige ruziemakers vaak weer samen door één deur. Het kan zijn dat kinderen hulp nodig hebben om de ruzie uit te praten. Bij pestgedrag gaat het niet om een zaak (zoals in ons voorbeeld de knikkers) maar om het beschadigen van een persoon.
Pesten wordt omschreven als geestelijk of lichamelijk geweld tegen een weerloos slachtoffer. Het woord ‘pesten’ houdt een oordeel in. Wanneer een kind dingen doet waarvan hij weet dat de ander dat niet leuk vindt vertoont hij grensoverschrijdend gedrag: hij overschrijdt de grenzen van de ander.
Plagen: je kunt van plagen spreken, als beide partijen even sterk zijn, en er niet echt gesproken kan worden van een slachtoffer en een dader. Plagen zie je vaak bij mensen die elkaar wel mogen. Het kan een steekspel van woorden zijn, of elkaar voor de gek houden. Degene die plaagt heeft niet de intentie om de geplaagde te beschadigen. Humor (echte!) staat hierbij centraal. De ogen van de plager en de geplaagde glinsteren, er vindt een
woordenspel plaats. Dit versterkt zelfs de onderlinge band. De plager heeft warme gevoelens ten opzichte van de geplaagde en dat is wederzijds. Door zo nu en dan een beetje geplaagd te worden en terug te plagen zal de sociale weerbaarheid van een kind vergroot worden.
Kinderen met een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, of (ex) slachtoffers van pesten kunnen vaak niet tegen plagen; ze pikken de signalen van warmte niet, of onvoldoende op.
Criteria voor het onderscheiden van pesten of plagen
1 Machtsevenwicht
- plagen: tussen twee (bijna) gelijkwaardige partijen. De geplaagde kan zich verdedigen. Je mag daarbij voor jezelf opkomen.
- pesten: Er is sprake van een ongelijkwaardige strijd van meer personen tegen 1 persoon; er wordt niet teruggepest, het gepeste kind kan zich nauwelijks of niet verdedigen. Doet hij dit wel dan kan dit voor de kinderen die pesten een reden zijn hem nog harder aan te pakken.
2 Openheid
- plagen: in openheid
- pesten: met name stiekem. Als een kind openlijk pest kan dit een gepeste zijn die uit machteloosheid terugpest om aandacht te krijgen voor zijn probleem.
3 Duur
- plagen: kortstondig en incidenteel,
- pesten: langdurig en structureel
4 Karakter
- plagen is vriendelijk van aard. Plagen is warm.
- pesten is sadistisch van aard. Degene die pest heeft de intentie de ander te beschadigen. Pesten is koud. Het kind dat pest voelt geen warmte voor zijn slachtoffer en heeft geen respect voor hem of haar. Je ziet de ogen van een kind dat pest geen warmte uitstralen.
5 Gevolgen:
- plagen: er is geen blijvende psychische en/of fysieke schade. Plagen helpt bij je ontwikkeling. Plagen (met in acht neming van fatsoensregels) is een deel van het sociale proces dat kinderen doormaken.
- pesten: er is blijvende psychische en/of fysieke schade. Pesten is zeer slecht voor de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind dat gepest wordt. Hij kan volledig getraumatiseerd worden.
Pesten heeft ook ongewenste gevolgen voor de het kind dat pest, want hij ontwikkelt een manier van omgaan met andere mensen, die ervoor zorgt, dat hij meer kans heeft om in de criminaliteit te komen.
Wanneer er inderdaad sprake is van pesten is het zaak dit onmiddellijk aan te pakken. Afhankelijk van de situatie kan de school of de leerkracht worden ingeschakeld of een vertrouwenspersoon. Ook ouders moeten hierbij betrokken worden. Soms zelf een hele klas. De intern begeleider op school zal hier zeker in willen begeleiden, doorverwijzen of de hulp van deskundigen, zoals de schoolbegeleidingsdienst inroepen.
Tijdens mijn interventies op school stelde ik het betreffende kind steeds de volgende drie vragen:
- ‘Hoe voel je je? ‘
- ‘Hoe zou je je willen voelen? ‘
- ‘Wat heb je daarvoor nodig?’
In dit gesprek kwam natuurlijk de uit de hand gelopen en ongewenste situatie ook aan de orde. Maar kinderen weten vaak feilloos dat ze uit de bocht zijn gevlogen en willen er alles aan doen om het weer goed te maken. Dan is het fijn te weten dat volwassenen daarbij willen helpen hoe het gebeurde kan worden rechtgezet of goedgemaakt.
Hoe zou je jouw thuiscultuur omschrijven? Hoe werd daar omgegaan met grensoverschrijdend gedrag? Was daar sprake van pesten? En op school?
Wat zijn jouw ervaringen als ouder met grensoverschrijdend gedrag van je kind(eren)? Hoe heb jij dat aangepakt?
Wil je een eigen verhaal delen of wil je verdieping van dit onderwerp? Heb je specifieke vragen? Laat het weten!