‘De grootste geschenken die je je kinderen kunt geven, zijn de wortels van verantwoordelijkheid en de vleugels van onafhankelijkheid.’
-Dennis Waitley
In het boek ‘The Leader in Me’, hoe zeven gewoonten zorgen voor (persoonlijk) leiderschap bij leerlingen’ (Franklin Covey e.a./uitg. Franklin Covey/CPS) staat een mooie passage dat scholen en gezinnen meer moeten doen dan alleen de tekortkomingen van kinderen wegwerken:
“… Waar ze zich op moeten richten is het erkennen en ontwikkelen van bepaalde sterke punten, competenties en deugden in jonge mensen – zoals toekomstgerichtheid, hoop, interpersoonlijke vaardigheden, moed, het vermogen tot flow, vertrouwen en arbeidsethos. Ze moeten zich minder bezighouden met ‘repareren’ en uitzoeken wat er mis is met kinderen en meer met het opsporen en versterken van de sterke punten en deugden en hen helpen een niche te vinden waarin ze deze positieve eigenschappen optimaal kunnen inzetten…”
Is dat niet waar het ook in een gezin om draait?
De eigenschappen op een rijtje:
- Wees proactief: ik richt me op zaken waar ik invloed op heb, niet op zaken waar ik geen invloed op heb; ik neem verantwoordelijkheid voor mijn gedrag;
- Begin met het einde voor ogen: ik plan vooruit en stel doelen
- Belangrijke zaken eerst: ik besteed mijn tijd aan dingen die het belangrijkst zijn.
- Denk win-win: ik kom op voor mijn eigen belangen zonder die van anderen uit het oog te verliezen. Ik ben een deel van de oplossing.
- Eerst begrijpen, dan begrepen worden: ik luister naar de ideeën en gevoelens van anderen. Ik probeer dingen vanuit het standpunt te begrijpen.
- Zoek synergie: ik waardeer de sterke punten van anderen en leer van hen. Ik weet dat we samen betere oplossingen kunnen bedenken dan ieder van ons alleen.
- Zorg voor jezelf (houd de zaag scherp): ik zorg goed voor mezelf. Ik leer op heel veel verschillende manieren en op heel veel verschillende plekken, niet alleen op school. Ik neem de tijd om anderen te helpen.
Wanneer je kinderen verantwoordelijkheden geeft, ontwikkel je hun verantwoordelijkheidsgevoel.
Net als op scholen bestaat ook de thuisomgeving uit drie delen.
Het eerste deel is wat je ziet.
Een adviseur liet eens een groep leerkrachten foto’s zien van allerlei wandversieringen in schoolgangen en vroeg hun: ‘Wat zeggen de muren in jullie school tegen de leerlingen? ‘
Niet lang daarna maakte hij en zijn vrouw een gedeelte van een grote muur in hun woonkamer vrij van wanddecoraties die zij ooit gekocht hadden en vroegen hun kinderen de muur te versieren. Wat er kwam te hangen was een prikbord boordevol foto’s van leuke gezinsmomenten en vrienden. Driemaal raden waar de kinderen hun vrienden mee naar toe namen als ze bezoek kwamen… Zij zijn verantwoordelijk voor die muur. Het is hun muur geworden.
De belangrijkste vraag bij het creëren van de fysieke omgeving van een gezin is: ‘Wat zeggen de muren over de waarde en het potentieel van iedere persoon die hier woont?’
Het tweede deel van de thuisomgeving is wat je hoort. Welke taal wordt bij jou thuis gesproken? Is dat een bevestigende taal? Of een neerbuigende taal?
Een ouder vertelde dat zijn moeder vlak voor haar dood tegen hem had gezegd: ‘Je bent een goede jongen.’ Hij vertelde dat deze woorden hem na veertig jaar nog steeds bijgebleven zijn.
Wat als de eerste woorden die kinderen iedere morgen horen van hun ouders positieve bevestigingen zouden zijn en de laatste woorden ’s avonds voor het slapengaan complimenten zouden zijn?
Gebruik taal als een positieve bevestiging en niet als een stok om mee te slaan…
Het derde deel van de thuisomgeving is wat je voelt. Over dit onderwerp valt veel te vertellen. Het volstaat om te zeggen dat thuis een plek moet zijn waar de vier basisbehoeften worden gevoeld en vervuld: hoofd, lichaam, hart en ziel. Er zijn boeken vol geschreven over elk van de vier basisbehoeften.
Waar deze boeken in essentie op wijzen, is dat er een verschil is tussen elke dag naar huis gaan en elke dag thuiskomen… Het verschil zit ‘m niet in de grootte of de inrichting, maar in de relaties en gevoelens.
Net als op school kunnen we thuis verschillende manieren bedenken om kinderen bij leiderschap te betrekken:
- Hun belangrijke taken geven
- Naar hen luisteren
- Hen helpen hun eigen stem te ontdekken.
Dit sluit aan bij de toegevoegde achtste eigenschap: ‘Ontdek je eigen stem en help ook anderen hun eigen stem te ontdekken’. Het delen van verantwoordelijkheden is een goede manier om leiderschap bij kinderen te stimuleren en zo hun eigen ‘stem’ te laten ontdekken en te laten horen.
Kinderen hebben een mening over klusjes, over plannen voor de week, over maaltijden, over consequenties enzovoort. Ze willen een keuze en een stem hebben.
Ouders die hun kinderen te beschermd opvoeden, alles voor ze doen en alle beslissingen voor ze nemen, zijn ofwel knechten ofwel managers, maar geen leiders. In te veel gezinnen wordt er meer ‘gemanaged’ en te weinig leidinggegeven.
Om kinderen te helpen hun eigen ‘stem’ te ontdekken, kun je jezelf de volgende vragen stellen:
- Welke aangeboren talenten heeft mijn kind?
- Welke interesses, vaardigheden of eigenschappen heeft mijn kind die ontwikkeld kunnen worden tot talenten?
Tot slot enkele tips om thuis te beginnen:
- Maak een plan
- Begin met een paar activiteiten of ideeën om mee aan de slag te gaan. Maak bv. een jaarplan met een wekelijkse planning. Bespreek dat ook met de kinderen. Pas het aan wanneer nodig.
- Leer nee zeggen
- Wees eerlijk. Zijn er dingen die je kunt laten, zoals televisiekijken of videogames spelen? Kun je die tijd aan zinvollere activiteiten besteden? ‘Nee zeggen’ tegen bepaalde zaken is makkelijker wanneer er iets beters tegenover staat.
- Houd het eenvoudig
- Kijk naar wat je als gezin al doet en geef er een leiderschapsdraai aan. Met andere woorden: blijf doen wat je al doet, maar geef het een verdieping vanuit een leiderschapsperspectief.
- Zorg dat het leuk is
- Als de spanningen oplopen omdat een van de kinderen je plan niet ziet zitten, neem dan een stapje terug. De suggesties moeten de sfeer in huis beter maken, niet slechter. Zorg dat leren over leiderschap leuk is.
- Begin bij jezelf
- Werk eerst aan je eigen effectiviteit en help dan anderen om effectiever te worden. Dat is waar je controle over hebt. Wanneer jij de eigenschappen voordoet en ernaar leeft, zullen gezinsleden meer geneigd zijn om je voorbeeld te volgen.
Wat spreekt je aan? Welke kansen zie je voor jouw kind of jouw gezin? Waar zou je mee willen beginnen?