In zijn sprookje ‘De arme bramenplukker’ neemt Godfried Bomans ons op magistrale wijze mee in de
Symbooltaal, of de taal van de beelden. Deze taal bestaat naast de taal van de begrippen die we over het algemeen met elkaar hanteren. Een tafel is een tafel, zes uur is zes uur en het regent of niet.
De taal van de beelden is een rijke taal die onze verbeelding aanspreekt. Ons meeneemt naar gevoel en beleving. Ook zijn sprookje ‘de Kerstengel’ vertelt niet alleen een letterlijk verhaal maar ‘vertelt’ ons ook hoe belangrijk het is te genieten van het moment. Het is een verhaal over inzicht verkrijgen en tenslotte het Licht zien. Toen dit verhaal ooit werd verteld tijdens een Kerstviering voor patiënten in het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis, maakte het diepe indruk op me omdat op dat moment deze boodschap van de beeldentaal mij een hele duidelijke boodschap mee gaf. Misschien omdat mijn hart er wagenwijd voor open stond?
Zo kunnen we ook kijken naar de beeldentaal in sprookjes. De opdracht en zoektocht van de held/heldin vertelt ons over onze eigen zoektocht en opdracht. Over vallen op opstaan, over onze gang door het leven, over onze eigen levensreis.
In elke fase van ons leven kan een sprookje ons inzicht geven en ons verder helpen.
Bert Voorhoeve heeft van onze reis door dit leven hier een prachtige illustratie gemaakt in zijn boek ‘Beelden als inspiratiebron, een werkboek’. Hij noemt dit ‘de gouden draad van menswording’. We zien hoe het begint met ‘Er was eens…, dan volgt ‘op weg de wereld in’…, waarna volgt ‘door een diep dag gaan, de duisternis’…, op zoek naar nieuwe wegen, vinden van licht in de duisternis… en tenslotte ‘vinden van licht, liefde en wijsheid’.