Het labyrint trekt een fascinerend spoor door de geschiedenis van de mensheid en de meest uiteenlopende culturen van de wereld. De alleroudste vormen bestaan uit zeven gangen en zijn in de natuur te vinden op allerlei plekken op de aarde. (Bij deze vorm, ook wel het ‘Kreta labyrint’ genoemd, is sprake van verbinding met de zeven chakra’s).
Het beroemde labyrint van Chartres lijkt het grondpatroon te vormen voor gotische labyrinten: het is rond, bestaat uit elf gangen en heeft een groot midden in de vorm van een roos met zes blaadjes.
Zo ontstaat rond 1200 het ‘middeleeuws christelijke’ – of ‘gotische’ labyrint, waarbij is toegewerkt naar een kruisvorm met vier hoeken en vier punten en een middelpunt die de komst van Christus midden in de menselijke levensweg verbeeldt.
Zodra de gotische kathedralen ontstaan, wordt het labyrint zo neergelegd dat iedereen die de kerk binnenkomt, het ook kan lopen. De weg waarlangs je binnenkomt, gaat eerst in de richting van het midden en draait er vervolgens enkele malen omheen. Dan gaat hij telkens verder naar buiten. Hij slingert relatief regelmatig heen en weer. Bijna altijd beschrijft de weg afwisselend een kwartcirkel en een halve cirkel. Pas wanneer je helemaal buiten bent aangekomen, draait de weg weer naar binnen naar het midden.
Het labyrint is een symbool wat over de hele wereld in verschillende vormen te vinden is.
Elk symbool heeft een energie die bij het symbool hoort. Symbolen zijn archetypen. Elke keer dat je een labyrint loopt, kom je in contact met dat complexe patroon van energieën. Daarin zit het geheim en het transformerende aspect van het labyrint.
Tijdens het lopen zijn er twee belangrijke effecten: ten eerste komt er een sterke verbinding met de aarde op gang en ten tweede wordt de rechterhersenhelft (yin) geactiveerd. Dit deel verwerkt holografische -en heilig geometrische vormen. Heilige geometrie is een universele taal, die wij kunnen begrijpen door symbolen. In het labyrint weerspiegelt zich ook iets van de diepe waarheden van het heelal waarin wij leven.
Een labyrint is heel wat anders dan een doolhof. Een doolhof is bedoeld om de linkerhersenhelft (yang) scherp te laten functioneren. Bij een doolhof is de trigger om de juiste paden naar binnen en naar buiten te vinden met behulp van logica en analytisch vermogen.
Het lopen van een labyrint is een prachtige, bijna volmaakte meditatieoefening. Als je je kunt overgeven aan de weg kun je in een meditatieve staat van ontspanning komen die een ruimte vrijmaakt om naar je innerlijk, naar je ziel te luisteren. Zo kan het labyrint zich ontvouwen als een landkaart voor de ziel…
‘Na een tijdje wist ik niet meer
Hoe ver het nog was,
Maar ook niet hoe ver ik al gelopen had.
Ik begon mij op de weg te concentreren,
Niet meer op de afstand.’
Wij vertrekken allemaal vanuit ons eigen ‘vaderland’ aan de reis door het labyrint; onze familie, onze vrienden, ons werk, de taken die thuis wachten en ons hart en denken bepalen als we aan onze labyrintreis beginnen. Vanuit dat vaderland kun je een intentie, vraag of wens in gedachten meenemen het labyrint in. Gedurende de wandeling word je wens dan in gedachten versterkt.
Meer algemene wensen omvatten vaak aspecten van vrede, liefde, harmonie, genezing, dankbaarheid of van vergeving.
De weg naar binnen het labyrint in, is de weg op het midden af. De weg naar het doel wat we willen bereiken. Maar na het midden is de weg terug ook belangrijk. Hier moeten we ons omkeren en terugkeren; de tijd nemen om te overpeinzen, invallen op te merken en van ons voorbereiden op de weg terug het leven in. Om de innerlijke draad van ons hart mee te nemen uit het midden en te verbinden met het vaderland. De plek waar we thuis zijn en ons leven vormgeven.
